1. Steeds verder dwaalt
Het kleine schaap
Wat is de kudde ver!
Het kijkt niet rond
Ziet slechts de grond
Ginds daagt een vroege ster.
2. Het dwaalziek beest
Is niet bevreesd
Bewust van geen gevaar
Eerst nog gezond
Raakt het gewond
Met pijn ligt het nu daar.
3. De Herder ziet
En volgt het niet
Hij waakt over de rest
Hij is niet laf
Met stok en staf
Zoekt Hij voor hen het best’.
4. De avond valt
Terug naar stal
Hij gaat de kudde voor
Hij leidt hen zacht
De kooi die wacht
De Deur moeten zij door