Gods verlies

 

Op de wijs van Psalm 116

 

Wie zal verstaan de diepte van de val

 Als wij niet eens de hoogte kunnen meten

Van wat het is dat wij Gods pronkstuk heetten

Er is geen mens die dit ooit weten zal.

 

Al’ wat ons in ons leven overkomt

Beleven wij vanuit ‘t verstand verduisterd

Hoe zou het zijn als wij hadden geluisterd?

Als niet door ons de jubel was verstomt?

 

Wij menen vaak dat wij verliezers zijn

En geven ondertussen diep van binnen

De schuld aan God en zetten onze zinnen

Op t’ hier en nu en vluchten voor de pijn

 

Wie heeft getracht ‘t verlies van God te zien?

Dat wat Hij schiep voor eeuwig Hem zou eren!

In plaats daarvan wij Hem de rug toekeren

En schuld met schuld vermeeren bovendien?

 

Keer nochtans weer, zo roept Hij ons steeds toe

Alsof wij Hem niet jarenlang al tarten

Dit in te zien! O wat baart dat een smarten

Hoe kan het? Waarom bent U mij niet moe?

 

Zo voor het eerst te vallen aan Gods kant

Geen leed zal’t ooit uit mijn geheugen wissen

Deze’ liefde kun je dan niet langer missen

Neem toch o Heer’, mijn leven in Uw hand

 

Niet ik, maar U, verloor het allermeest

Als U met mij zou doen naar al mijn zonden

In plaats dat ik van U nog werd gevonden!

 Bekeer mij Heer! En leid mij door Uw Geest.