Opzien

 1. Wat een opzien Heer’,

Tegen wat gaat komen

U ziet mijn tranen stromen

Zo bang was ik niet eer’.

De angst verlamd te zeer

 

2. Als ik straks, heel alleen

 Op bed wordt weggereden

Mijn leven als vergleden

Voorbij zie trekken heen

Met mij is er dan geen.

 

3. Maar dat U dan mijn blik

 Alleen op U wilt richten

Mijn smarten wil verlichten

Mijn opzien en gesnik

Met Opzien dan verkwik

 

4. U dan alleen te zien

 Die heel mijn leven zorgde

Mijn leven lang mij borgde

Bij U is geen misschien

U heeft alles voorzien!

  

5. Mij dan op U verlaten

 U over mij ontfermd

Geborgen en beschermd

Kan ik dan achterlaten

Hen die mij niet vergaten

 

6. Dat Opzien dat U geeft

Heb ‘k eenmaal toch van node

Als ik, door U ontboden

Hoewel mij ‘t harte beeft

Niet langer overleeft

 

7. Och kende Gij mijn naam

Die is in Uwe handen

‘t Graveersel dat verpande

Mijn heil. Ik onbekwaam

Toch eeuwig erfgenaam

 

8. Mijn danklied zonder eind!

De kroon, door U gekocht

Terwijl ik Uwe vlocht

Dan uit mijn hand verdwijnt

Voor Uwe voet’ verschijnt